In de hoofden van iedereen is het idee dat oorlog eng is. Misschien heeft ieder van ons het recht om bang te zijn, omdat we ons in de vijandelijkheden bevinden, maar er zijn er die de kracht van hun karakter tonen en zich moedig en moedig gedragen op het slagveld. Maar wat is echte moed in oorlog? Hoe manifesteert het zich?
Het is belangrijk om te begrijpen dat niet elke jager dapper is. En zelfs iemand die probeert te vechten, is misschien niet echt dapper - zijn gesimuleerde moed zal slechts een vleugje ijdelheid blijken te zijn. Zo is Prins Andrey uit Leo Tolstoy's epische roman 'Oorlog en vrede' tijdens zijn eerste gevecht een voorbeeld van helemaal geen moed, integendeel, zijn gedrag is een voorbeeld van jeugdig maximalisme, het nastreven van glorie. Om dapper te zijn, moet je begrijpen wat je riskeert; Andrei is verblind door de wens beroemd te worden, hij realiseert zich pas aan het einde van zijn acties, hij begrijpt niet waar dit alles toe kan leiden. Hij wordt niet langer gedreven door een nobel verlangen om zijn vaderland te redden, maar door een verlangen om bewondering op te wekken. Daarom heroverweegt hij na de slag om Austerlitz en een ernstig letsel zijn levenshouding volledig.
De heldin van het latere werk van de Sovjet-schrijver Elena Ilyina 'Fourth Height', Gulya Koroleva, wordt ook deelnemer aan de vijandelijkheden. Tijdens de Grote Patriottische Oorlog treedt ze de Sisters of Mercy binnen. Ze wil echter voorop lopen in een van de beslissende veldslagen - terwijl ze helemaal niet wordt gedreven door ijdelheid. Ze wil niet beroemd worden in haar gedachten - het enige waar de heldin aan denkt, is hoe ze haar thuisland kan helpen en haar kan beschermen tegen de vijand. Tegelijkertijd begrijpt Gulya hoeveel ze riskeert, ze is bang voor de dood en wil niet dood. Ze stapt gewoon over zichzelf heen, is bereid zichzelf op te offeren ten behoeve van anderen. Daarom zien we dat haar gedrag vruchten afwerpt, haar rol in de strijd is echt belangrijk, hoewel niet merkbaar.
Moed is onafscheidelijk van het hoogste doel waarvoor het in de ziel verschijnt. Als er geen hoger doel is om iets te doen voor anderen, en niet voor jezelf, is er dan moed? Niet. Echte moed tijdens de oorlog betekent daarom het verlangen om iets voor anderen te doen, oprecht, en niet vanwege de honger naar roem. Het belangrijkste is om je bewust te zijn van wat je riskeert. Moed in oorlog is een overwonnen angst in naam van het redden van het thuisland.