(365 woorden) "Een mooie kleine lente-kar reed de poorten van het hotel in de provinciestad NN binnen" - met deze woorden begint het eerste hoofdstuk van N.V. Gogol's gedicht "Dead Souls". Het is niet voor niets dat de hoofdscène (samen met de landerijen van de verhuurder) wordt geïntroduceerd vanaf de eerste regel van het werk: inzicht in het spirituele leven van de Russische provincie speelt een belangrijke rol bij het onthullen van het doel van het boek.
N.V. Gogol specificeert de stad niet, we leren alleen van het argument van mannen dat het tussen Kazan en Moskou ligt. Zoals veel schrijvers (A.P. Tsjechov, I.S. Turgenev, F.M. Dostoevsky), geeft de auteur een algemene naam - de stad NN. Desondanks wordt dit beeld in het gedicht niet alleen een afzonderlijke, heldere held, maar verandert het ook in een gedetailleerd beeld met het beeld van de hele bevolking. Gogol belichaamde in hem alle kenmerken van het Russische achterland, zodat je Rusland van alle kanten kunt zien.
Als echte held heeft de stad NN zijn eigen "karakter": afgemeten, langzaam, maar tegelijkertijd waakzaam en oplettend. Het vlotte ritme van het provinciale leven komt tot uiting in de manier van vertellen: de naam van de hoofdpersoon wordt pas op de derde pagina bekend; de verteller beschrijft elk detail in detail, "nergens haast". Om de 'binnenwereld' van de stad te begrijpen, is het natuurlijk noodzakelijk om kennis te maken met de inwoners. De belangrijkste persoon daarin is de gouverneur, die "een grote man was en soms zelfs zelf op tule borduurde ...". Hij wordt de belichaming van onschuld, tederheid. De gouverneur leidt een nutteloos leven, geeft vaak ballen en misbruikt omkoping, zoals veel functionarissen in deze stad. Een van hen is de politieagent. Gogol beschrijft ironisch de activiteiten van dit personage: Alexei Ivanovich nam steekpenningen aan, maar probeerde dit zo discreet mogelijk te doen, met behendigheid.
Hij doopte hun kinderen [kooplieden], verafgoodde met hen, en hoewel hij soms sterk met hen vocht, was hij op de een of andere manier buitengewoon behendig: hij klopte hem op de schouder en lachte en gaf hem thee om te drinken ...
Chichikov bezocht alle belangrijke inwoners van de stad en alle personages lijken enigszins op elkaar. De ambtenaren zijn onschuldig en vertrouwen; ze houden van code die ze flatteert. Omkoping, bedrog, hebzucht zijn de donkere kanten van hun personages. N.V. Gogol beschrijft ook de dames: vrouwen in de stad NN gekleed met veel smaak, "zoals de laatste mode voorgeschreven", in de toespraak vermeden ze lelijke, naar hun mening, uitdrukkingen ("ik snoot mijn neus", enz.). Het waren net levende poppen.
Al deze beschrijvingen helpen om een conclusie te trekken over de stad zelf: ze wordt bewoond door neppe en nutteloze mensen, gewone mensen die geloven dat de hoogste waarden in het leven macht en rijkdom zijn. Deze stad bevroor, bijna alle zielen erin zijn "dood", maar "de ogen zijn nog niet uitgegaan."