Sommige gedichten van Majakovski zijn soms moeilijk te interpreteren vanwege 'zware' metaforen, dubbelzinnige beelden. Het Literaguru-team zal u helpen met een van zijn werken om te gaan.
Geschiedenis van de schepping
In 1912 creëerde Majakovski het gedicht "Nacht" en "Ochtend". Op dat moment was de dichter druk bezig: samen met leden van het Gilde van Gilden nam hij deel aan tentoonstellingen en organiseerde hij lezingen. Zijn eerste gedichten verschenen in de almanak "Slap in the face of public taste" waar de werken van de futuristen werden gepubliceerd.
Majakovski geeft in zijn vroege meesterwerken uiting aan zijn visie op het doel van kunst, pleit voor een afwijking van de klassiekers.
Genre, richting, grootte
Het gedicht van Majakovski werd in 1912 geschreven, in die tijd was de dichter nog niet opgegaan in het probleem van de revolutie, dus het thema van eenzaamheid, stadsdrukte en verkeerd begrepen geluiden in het werk. De auteur is openlijk tegen de normen van de Russische taal, tegen klassieke scheldwoorden, metaforen. Dit alles stelt ons in staat om de richting van het gedicht te bepalen - futurisme. Ongebruikelijke beelden, woordspelingen en taalkundige experimenten tonen de wens van de dichter aan om te protesteren tegen de oude wetten van versificatie. Het werk behoort echter tot de vroege teksten, daarom is er een indeling in strofen, er is een rijm.
Het gedicht is geschreven door een dactyl, bestaat uit drie kwatrijnen, een rijmkruis.
Afbeeldingen en symbolen
Elke paragraaf is gevuld met afbeeldingen die een specifiek onderwerp onthullen. In het eerste kwatrijn spreekt de lyrische held over het vallen van de avond: 'en aan de zwarte handpalmen van de weggelopen ramen kregen ze brandende gele kaarten.' Maar in tegenstelling tot zijn voorgangers ziet Majakovski 's nachts niet iets mysterieus, mystieks, maar alleen de belichaming van lust, losbandigheid. De eerste twee regels creëren het beeld van een gokhuis: 'groen' symboliseert een speelbord. Majakovski behandelt het onderwerp van de samenleving, roept eeuwige vragen op (het leven is een spel).
Het tweede couplet stelt een onpersoonlijke menigte voor. De held ziet geen mensen, voor hem staan alleen zielloze 'boulevards en pleinen'. Ze leven allemaal volgens dezelfde regels, dus elke afwijking in deze samenleving zal er vreemd uitzien. In zo'n omgeving voelt de lyrische held zich eenzaam. De uitdrukking "ze verloofden armbanden aan hun voeten" symboliseert het gebrek aan vrijheid van zijn daden, isolatie.
Het derde couplet is ook opgedragen aan de menigte. De lyrische held noemt de samenleving 'een bonte, snelle kat'. Volgens hem hebben de stedelingen geen spirituele ontwikkeling nodig, ze verlangen alleen naar amusement. Deze menigte is te vergelijken met mensen die naar voorstellingen van Majakovski zelf komen. "Deuren slepen", ze gaan voor de lol, en niet om het mooie te begrijpen.
Het laatste couplet begint met het voornaamwoord "ik". De lyrische held vestigt alle aandacht op zichzelf: de 'roepende poten' van de menigte zorgen ervoor dat hij een oprechte glimlach 'knijpt'. Hij is alleen in deze wereld van leugens, schijn. Het beeld van de menigte wordt vergeleken met een meedogenloos, wild beest. De held kan niets gemeen hebben met de wereld om hem heen, misverstand heerst om hem heen ("de Araps lachten").
Thema's en sfeer
Het gedicht is gevuld met wanhoop, een gevoel van hopeloosheid, verlangen. De held realiseert zich dat het onmogelijk is om deze "dieren" om hem heen te corrigeren, dat hij altijd een vreemde onder de bewoners zal zijn. Minachtend observeert hij hun vulgaire, wilde leven.
In het werk bespreekt de dichter onderwerpen die herhaaldelijk zijn weerspiegeld in het werk van Majakovski.
- De dichter heeft het over de samenleving. Zijn lyrische held ziet een verwend publiek dat niet op zoek is naar ontwikkeling, maar alleen naar amusement. De nacht heeft zijn romantische uiterlijk verloren; in Majakovski staat het symbool voor lust en losbandigheid.
- Majakovski bespreekt ook het onderwerp eenzaamheid. De lyrische held voelt zich overbodig in deze samenleving van gewone mensen en kan er nooit een plek in vinden. Hij kan nergens heen - dezelfde "maskers" zullen overal zijn.
- Het thema natuur is een integraal onderdeel van het werk van Majakovski. Veel futuristische meesterwerken hebben afbeeldingen van de omgeving. In dit werk wendt hij zich herhaaldelijk tot de natuur: "bonte, snelle kat", "papegaaienvleugel", "roepende benen". De lyrische held vergelijkt de dieren met de menigte en laat zijn wreedheid zien. Ook duidt de naam van het werk zelf op een natuurlijk fenomeen. In deze wereld is alles onlosmakelijk met elkaar verbonden, een persoon is onafscheidelijk van de omgeving.
Hoofdidee
Met deze absurde lijnen probeerde Majakovski niet alleen de vaardigheid van de futurist te demonstreren, maar ook om de samenleving zijn ware gezicht te laten zien. Mensen zijn teveel afhankelijk van amusement; ze hebben spirituele waarden verloren. In zo'n omgeving zal iemand zich altijd eenzaam voelen.
Middel van artistieke expressie
Het gebruik van bepaalde paden heeft bijgedragen aan de totstandkoming van een futuristisch gedicht.
- Zo'n stilistische figuur als metafoor speelt dus een belangrijke rol in het hele werk. Majakovski vermijdt directe en begrijpelijke uitdrukkingen en dwingt de lezer om door zichzelf te denken. In plaats van het woord 'zonsondergang' gebruikt de auteur alleen 'karmozijnrood', in plaats van 'speelbord' - 'groen'.
- Majakovski gebruikt ook een soort metafoor - metonymie. Hij noemt de samenleving 'Boulevard en Square'. Deze begrippen kunnen volgens hem op basis van overeenkomsten door elkaar worden vervangen. Zo'n techniek verlevendigt de stad en maakt haar tot een aparte lyrische held.
- Belang in de tekst wordt gespeeld door vergelijking. De dichter noemt de menigte een "bonte, snelle kat", wat wijst op de inconsistentie van de samenleving, het eeuwige gedoe.
- Bijnamen ("karmozijnrood", "wit", "zwart", "geel", "blauw") creëren een echt canvas. Ze doen het gedicht herleven, geven het dynamiek.