(361 woorden) De semantische kern van Zamyatins dystopische roman 'Wij' is het thema van liefde. De hoofdpersoon - de ingenieur D-503 - behoort spiritueel en vleselijk tot het systeem van de Ene Staat, en slechts een helder gevoel opent zijn ogen kort voor de ellende van deze wereldorde.
Zamyatin observeert meesterlijk één detail - de harige handen van de held: "Ik kan er niet tegen als ze naar mijn handen kijken: alles zit in mijn haar, ruig - een soort belachelijk atavisme." De auteur raakt driemaal dit motief in de roman aan. De D-503 veracht deze uiterlijke eigenschap in zichzelf en vergelijkt zijn handen met apenpoten. Het geheim van de charme van de held (vrouwen hebben tenslotte een speciale aantrekkingskracht op hem) wordt onthuld door I-330: "- Je hand ... Je weet het tenslotte niet - en weinigen weten dat vrouwen hier, uit de stad, daar toevallig van hielden. En je hebt waarschijnlijk een paar druppels zonnig bosbloed ... ' Het externe detail geeft dus de diepe aard van de held weer. Het wordt duidelijk waarom de D-503 met zoveel haat spreekt over zijn eigen handen: dit maakt hem gerelateerd aan de wereld buiten de Groene Muur. Maar de D-503 is intern zo afgestemd volgens de regels van de Ene Staat dat het gevoel zijn eigen ziel wakker te maken hem bang maakt. In de ruimte van glazen huizen, waar liefde beperkt is tot copulatie op roze coupons, is het bestaan van iets echts, vooral intieme gevoelens, onmogelijk. Daarom is zo'n artistiek detail als een oud verlaten huis dat is overgebleven van vorige mensen belangrijk. Daar komen de D-503 en de I-330 samen. Dit monument uit het verleden staat in tegenstelling tot de besloten ruimtes van de Verenigde Staten.
I-330 vult de geest van de held met een delicaat, geurig gevoel. Liefde werkt hier als een revitaliserende energie. Geconcentreerde sensorische stroom absorbeert de D-503 en wist alle oude geestinstellingen. En rationaliteit doorbreekt onmiddellijk sensualiteit: 'We houden van - alleen zo'n steriele, onberispelijke lucht.' Maar als je aandacht besteedt aan het metaforische karakter van de taal van de held, krijg je het gevoel dat al deze gedachten bij hem opkomen alsof het uit gewoonte is, in feite wordt het mechanisme gestart en de natuurlijke wreedheid, sensualiteit verovert geleidelijk zijn hele wezen. Maar de angst om niet zoals iedereen te zijn, zorgt ervoor dat de D-503 tot bezinning komt en terugkeert naar de vorige volgorde.
Liefde in de roman 'We' wordt een drijvende kracht. Het zorgt ervoor dat de held evolueert van een rationele burger van de Ene Staat naar een sensueel, liefdevol wezen, en in zichzelf de wildheid, natuurlijkheid en passie van het menselijke principe ontdekt. Liefde is echter niet soeverein en in een wereld waar mensen de waarheid niet kunnen voelen, verliest ze haar rechten. Het verhaal van D-503 is de tragedie van een persoon die in rationele eenzaamheid opgesloten zit uit de angst om echt te zijn, en daarom anders.