Het schoonheidsprobleem in Leo Tolstojs roman "Oorlog en vrede" wordt zeer ruim en veelzijdig besproken. Maar Tolstoj zegt dat uiterlijk bedriegt, alleen een ziel kan echt mooi zijn, wat niet zo gemakkelijk te zien is onder een laag kleding en cosmetica. Maar dat is nog niet alles. Het concept 'schoonheid' wordt door ons allemaal op verschillende manieren geïnterpreteerd, ieder van ons ziet zijn schoonheid in de wereld om hem heen. Schoonheid in het oog van de toeschouwer - deze gedachte voert Tolstoj door zijn hele verhaal. Op zijn karakteristieke manier idealiseert en verheft hij zijn lezer en laat hij zien hoe onbeduidend uiteindelijk zichtbaar is tegen wat bestaat.
Een van de meest opvallende en onthullende voorbeelden die we zien in het beeld van prinses Marya. De natuur beroofde haar van haar uiterlijke schoonheid: ze was pijnlijk dun, ze had een zwaar loopvlak, niet-expressieve gelaatstrekken (behalve de ogen). Haar outfits zijn altijd eenvoudig, uit de mode, ze weet niet hoe ze in het gezelschap van mannen moet blijven. Haar karakter is verdrietig en gesloten, dus de cavaliers merken haar niet op. De knappe en modieuze Anatole merkt haar niet op, iedereen spreekt over haar als een lelijke man met wie niemand zal trouwen uit liefde, behalve rijkdom en connecties.
Maar de auteur noteert niet alleen Marya's ogen afzonderlijk. Hij beschrijft ze met speciale aandacht, omdat daarin de sleutel tot de ware schoonheid van dit meisje ligt. Haar ogen zijn mooi en stralend, veel aantrekkelijker dan de gepropageerde schoonheid van aangeklede fashionista's. In de ogen van Marya wordt haar innerlijke schoonheid weerspiegeld - een vriendelijk hart en een nobele ziel. Haar acties spreken over haar, niet over haar outfits. Jarenlang verdraagt ze het karakter van een hebzuchtige en wrede vader, maar doet dit niet vanwege een erfenis, maar omdat ze nog steeds van hem houdt. Ze helpt het volk van God en accepteert ze op haar landgoed, ze wil al het brood van de Heer aan de opstandige boeren geven. Ze geeft zich helemaal over aan familie en kinderen. Mary is een geweldig persoon, niet van buiten, maar van binnen, en zoals je weet, is deze schoonheid eeuwig. We zien haar als een mooie vrouw en moeder, haar stralende ogen geven mensen altijd licht.
We zien een zeer vergelijkbaar voorbeeld in een andere familie - de Rostovs. Natasha verschijnt voor het eerst aan de bal als een onhandige tiener, Andrei Bolkonsky merkt haar dunne schouders en grote mond op. Maar zelfs met deze tekortkomingen zegt hij ook dat zo'n ongewoon meisje snel zal worden geroepen om te trouwen. Hij ziet iets ongewoons en mysterieus in haar, dat haar gunstig onderscheidt van anderen - de levensenergie, de moed die te zien was in de gezichtsuitdrukkingen en hoe hij bewoog. De auteur vergelijkt met Natasha, de schoonheid Helen, in wie schoonheid marmer lijkt, levenloos, terwijl Natasha van binnenuit komt, vanuit het hart. Het is duidelijk dat Natasha in staat is om werkelijk liefdevol te zijn en zich volledig over te geven aan dit gevoel.
Alleen al de schoonheid van Helen Kuraginoy is verbonden met een voorbeeld dat ons bewijst dat uiterlijke schoonheid soms niet hand in hand gaat met uiterlijke schoonheid. Helen is mooi, goed opgeleid en slim. In de samenleving wordt ze een socialite genoemd. Maar in werkelijkheid is ze egoïstisch, hebzuchtig en wreed. Daarom valt het vaak op hoe de beschrijving van haar schoonheid lijkt op de beschrijving van een standbeeld, maar niet van een levend wezen. Het lot van iemand anders hindert haar niet; ze is gefixeerd op haar eigen schoonheid en rijkdom. Als ze sterft, huilt zelfs haar man niet om haar, maar eerder opluchting.
Ter afsluiting van het argument wil ik de hoofdgedachte van de roman opmerken: de uiterlijke schoonheid van een persoon is niet iets waarop sterk moet worden vertrouwd bij het opstellen van een mening over een persoon. Naast uiterlijke schoonheid is er belangrijker - intern, het is altijd nodig om er beter op te letten. Maar deze schoonheid kan niet worden gezien, maar alleen gevoeld met het hart.