'Gebed', zoals vele andere werken uit de oude Russische literatuur, is verstoken van een verhaal van gebeurtenissen. De hele tekst is de oproep van Daniel de Slijper aan de prins, zijn verzoek om genade.
Het belangrijkste waarop Daniel suggereert te vertrouwen in zijn leven, is zijn eigen geest. 'Mijn kleding is schaars, maar er is veel reden voor.' Daniel vraagt de prins om hem van armoede en verdriet te verlossen, om hem te beschermen "met de angst voor je storm". De auteur contrasteert de geest en de rijkdom, en wijst vooral op de rijke edelen en jongens.
Aan de ene kant gaat veel van de tekst terug naar volksgrappen, grappen en spreekwoorden. Aan de andere kant verwijst Daniël vaak naar de tekst, citeert deze. Praten over zijn leven, Daniil verliest als het ware een aantal situaties: wat kan er gedaan worden om van de behoefte af te komen, en niet om voor mij te stelen, en niet om naar een klooster te gaan, en niet te trouwen met een rijke bruid door berekening ... Geen van de manieren zal voor Daniel, hij lacht om alles. Het meest sprekende argument is waarom je niet moet trouwen. Hier volgt de auteur de middeleeuwse traditie van het beschrijven van "boze vrouwen" (aangezien de vrouw oorspronkelijk een "vat van zonde" was, was het beeld van de "boze vrouw" erg populair in oude Russische boeken). 'Een slechte vrouw is als een schaafwond: ze werpt om, hier doet het pijn.'Daniel sluit zijn "smeekbede" af met een zelfvernederende formule, die in de context van het hele werk een echte betekenis krijgt: "Misschien zeg je de prins: hij loog als een hond, omdat prinsen en jongens houden van een goede hond".