: De zachtmoedige vrijgezel gaat op reis en vindt een plek waar hij al lang van had gedroomd. Medereizigers laten hem niet blijven, maar de vrijgezel haalt zijn baas over en keert daar voor altijd terug.
Vasily Ivanovich, een Russische emigrant die in Berlijn woont, was een bescheiden, zachtmoedige vrijgezel met slimme en vriendelijke ogen. Op een liefdadigheidsbal, georganiseerd door emigranten uit Rusland, won hij ooit een kaartje voor een plezierreisje. Hij wilde nergens heen, maar verkocht geen kaartje.
Op het station zag hij zijn metgezellen. De door de samenleving gekozen leider was een lange blondine met een enorme rugzak. De groep bestond uit vier vrouwen en evenveel mannen. Een van de mannen genaamd Scar begon een gesprek over de verdiensten van de tour. Zoals ze later leerden, was het een speciale kachel uit de spookmaatschappij.
De trein was ondergebracht in een lege derde klas aanhangwagen. Iedereen kreeg muzieknoten met verzen die door het koor moesten worden gezongen. Vasily Ivanovich wist niet te ontwijken. Iedereen werd gevraagd om hun voorzieningen te geven om ze gelijk te verdelen. De komkommer Vasily Ivanovich werd herkend als oneetbaar en uit het raam gegooid. Hij werd gedwongen op een helling te spelen, vertraagde, ondervroeg, controleerde, en hij behandelde hem goedaardig en vervolgens met een dreigement.
We brachten de nacht door in een scheve taverne. De volgende dag, van 's ochtends vroeg tot vijf uur' s middags, liepen we langs de snelweg en daarna een groene weg door een dicht bos. Vasily Ivanovich kreeg, als de minst beladen, de opdracht om een enorm rond brood onder zijn arm te dragen.
Daarna hadden ze plezier: vrouwen kozen banken en gingen erop liggen, en mannen verborgen zich onder de banken. Vervolgens bleek wie met wie gepaard was. Drie keer bleef Vasily Ivanovich zonder een paar achter. We brachten de nacht door op stro matrassen in een schuur en gingen weer te voet verder.
Na de stop, na een uur wandelen, ontdekte Vasily Ivanovich plotseling het geluk waar hij van droomde. Het was een helderblauw meer dat een grote wolk weerspiegelde. Aan die kant, op een groene heuvel, stond een oude zwarte toren.
Vasily Ivanovich ging aan land en ging naar de herberg, waar ruimte was voor bezoekers. Er was niets bijzonders aan, maar een meer met een wolk en een toren was duidelijk zichtbaar vanuit het raam.
Vasily Ivanovich realiseerde zich op een zonnige seconde dat hier, in deze kamer met een mooie blik op de tranen in het raam, het leven eindelijk zou gaan zoals hij altijd had gewild.
Hij besloot niet terug te keren naar Berlijn en zich hier te vestigen. Maar de leider van de groep verbood categorisch Vasily Ivanovich om te blijven. Hij was gedraaid, geklemd en naar de trein gesleept. Hij werd in het rijtuig geslagen, behoorlijk verfijnd. Het was heel erg leuk.
Bij zijn terugkeer in Berlijn bezocht Vasily Ivanovich zijn supervisor en vroeg hem om te worden vrijgelaten. 'Ik heb hem natuurlijk laten gaan.'