(318 woorden) Het begin van de 19e en 20e eeuw is een periode waarin Rusland aan de vooravond stond van enorme veranderingen en omwentelingen: revolutie, de Eerste Wereldoorlog, een wetenschappelijke en technologische sprong: dit alles beïnvloedde ongetwijfeld het werk van dichters uit die tijd. De teksten nemen frisse vormen aan, nieuwe trends, avant-gardistische bewegingen worden gevormd. Natuurlijk worden eeuwige thema's als liefde, leven en dood, natuur, vriendschap, iemands plaats in de wereld steevast aangeraakt door de auteurs, maar de stijl van hun poëzie verandert.
Gedurende deze periode ontstonden vier literaire basisbewegingen waarin het werk van de dichters uit de zilveren eeuw zich ontwikkelde: symboliek, acmeïsme, futurisme en imagisme. Laten we de poëzie van hun belangrijkste vertegenwoordigers eens nader bekijken.
Symbolistische dichters zagen de wereld om hen heen als een soort vluchtig beeld dat geen eenduidige, objectieve eigenschappen heeft. Hier is het woordsymbool het belangrijkste element van de weergave van de werkelijkheid, die in zijn paradox geen concrete vormen had. Bovendien, als we het hebben over de algemene stemming, die heerst in symboliek, is het vaak onheil, gepresenteerd als een esthetiek van pessimisme. De belangrijkste vertegenwoordigers van deze trend in Rusland zijn Konstantin Balmont, Zinaida Gippius, Valery Bryusov, Fedor Sologub, Dmitry Merezhkovsky - "senior" symbolisten; Alexander Blok, Vyacheslav Ivanov, Andrey Bely - "jongere symbolisten".
Radicaal tegengestelde ideeën werden belichaamd in acmeïsme: de wereld is materieel, de beelden zijn accuraat en begrijpelijk. Dichters probeerden de schoonheid van dingen, verschijnselen, de menselijke ziel in eenvoudige woorden en afbeeldingen te laten zien. Hun gedichten zijn niet opgestapeld met de picturale taal. Acmeisten zijn Nikolai Gumilyov, Anna Akhmatova, Osip Mandelstam, Sergey Gorodetsky.
Het futurisme, dat de rebelse geest belichaamt, is een onderscheidend fenomeen geworden in de poëzie. Dichters van deze richting ontkenden de oude normen, tradities, grondslagen, ze braken de gebruikelijke regels van versificatie, experimenteerden met rijm en ritme, gebruikten actief occasioneel. De futuristen waren Igor Severyanin, Velimir Khlebnikov, Vladimir Mayakovsky, Alexei Kruchenykh.
Het belangrijkste uitdrukkingsmiddel in fantasierijke poëzie is een metafoor en het doel is om levendige en pakkende beelden te creëren, schandalige motieven. Imagistische dichters zijn onder meer Anatoly Mariengof, Sergei Yesenin, Vadim Shershenevich.
Er waren echter dichters uit de zilveren eeuw, wiens werk zich ontwikkelde buiten literaire bewegingen en verenigingen, bijvoorbeeld Marina Tsvetaeva, Boris Pasternak, Ivan Bunin, Maximilian Voloshin.
We kunnen zeggen dat de poëzie van de zilveren eeuw werd gekenmerkt door een paradigmaverschuiving, die een bepaalde basis werd voor de ontwikkeling van een volledig nieuw idee van versificatie en perceptie van de wereld.