(244 woorden) Vandaag keerde ik terug naar huis. Ik liep van het station en merkte dat ik dacht dat ik nergens aan dacht. Ik ademde gewoon de warme herfstlucht in en keek in de azuurblauwe lucht. Rustige, heldere, vredige lucht boven je hoofd. Langs het pad stonden zwart-witte schildwachtberken. Ik herinner me dat ik ze in mijn kindertijd nog steeds groette. En vandaag zijn ze voor mij, en de pokkenkogels die aan hun zijden gapen.
Ik hoorde veel liedjes over het huis en over hoe de soldaat daar terugkeert, en "de vijanden hebben zijn eigen hut verbrand" en "zijn hele familie vernietigd". Maar ik ben niet bang om naar huis te gaan, hoewel ik niet echt weet wat het is. Maar soms is het bitter. Ik weet niet hoe ik het moet omschrijven. Ik loop gewoon langs dit droge, broze gebladerte, af en toe zie ik paddenstoelen, en dan zal het overstromen ... Tranen komen zonder reden. Alles zit achter, ik weet het, maar ik kan niets doen. Ik wilde zo graag hier terugkomen en dacht niet dat het zo zou zijn. Er zijn ondraaglijke, vreselijke dingen gebeurd die niet kunnen worden overgebracht - het doet pijn. En hier staat alles achter, maar iets wat het hart doet pijn en geeft geen rust. Hier is ze, mijn schoonheid, gezond Rusland, en ik, een kartonnen dwaas, stuurde de verpleegster weg. En nu sta ik op een heuvel, ik zie mijn inheemse hut, maar ik kan geen enkele stap zetten of lucht in mijn borst krijgen.
Ik ben terug. Iets in deze woorden verwarmt de ziel, hoewel ze eenvoudig zijn, hoewel ik ze meer dan honderd keer heb gehoord. Maar nu ik ze keer op keer herhaal, kijkend naar de vrolijke gele vlakte, begrijp ik hoe dierbaar mijn thuisland is.
First-person essay-verhaalplan gebaseerd op Feldmans foto 'Homeland':
- Introductie (een verhaal over thuiskomen);
- Het grootste deel (gevoelens en sensaties van de terugkerende soldaat);
- Conclusie (woorden over liefde voor het moederland).