(381 woorden) Anna Achmatova en Marina Tsvetaeva zijn twee bekende namen van Russische poëzie, die de literatuur veel soulvolle beelden gaven die de persoonlijke ervaringen van dichters weerspiegelden, hun pijn voor de vernietigde idealen van de oude wereld en hun generatie.
De thema's en motieven van hun gedichten lijken in veel opzichten erg op elkaar, omdat ze toevallig in hetzelfde historische tijdperk leefden, wat betekent dat ze de pijn van hun tijd delen. De tragedie van het lot van de twee grote dichters, hun onvrijwillige rivaliteit in de literaire schepping, de creatie van een universeel menselijk lyrisch karakter, bekeken door het prisma van de vrouwelijke ziel - dit alles maakt de twee teksten ongewoon dicht bij elkaar.
De teksten van Achmatova en Tsvetaeva zijn geworteld in de klassieke Russische en wereldcultuur. Beide dichters vormden hun poëtische wereld onder invloed van beelden, plots en ideeën uit oude Russische literatuur en oudheid. De motieven van de christelijke filosofie, de legendes van het oude en het nieuwe testament en bijbelse beelden zijn te horen in de teksten van Tsvetaeva en Achmatova. Een grote invloed op de vorming van het genie van twee grote auteurs werd uitgeoefend door het morele en literaire ideaal van A.S. Pushkin. Elk van hen heeft echter zijn eigen pad van creatieve expressie gekozen. Daarom zijn Achmatova en Tsvetaeva twee poëtische stemmen die over één ding anders zingen.
Tsvetaeva was enthousiast over poëzie van Achmatova, nadat ze voor het eerst kennis had gemaakt met haar werk na de publicatie van de bundel 'Avond' in 1915 en haar later een hele reeks gedichten 'To Achmatova' (1916) wijdde. Maar hun eerste en enige ontmoeting vond pas in 1941 plaats. De aantrekkingskracht van twee genieën, hun spirituele interpenetratie, gebeurde niet. Later begon Marina haar enthousiaste liefde voor Achmatova te zien als een "vergissing en obsessie", en Anna sprak koel over de ontmoeting met Tsvetaeva, maar ook over creativiteit in het algemeen. Het verschil in personages en creatieve ambities van de twee heldinnen van hun tijd heeft ongetwijfeld een stempel gedrukt op hun relatie.
Tsvetaeva in haar gedichten is extreem ondergedompeld in zichzelf, haar teksten zijn "egocentrisch", ze wordt bepaald door de persoonlijke gevoelens van de dichter, zelden gezien door het prisma van de buitenwereld, die secundair wordt voor Marina Ivanovna. Haar lyrische heldin is altijd eigenzinnig, excentriek, rebels. De basis van Tsvetaeva's artistieke methode is de binnenstebuiten gekeerde ziel, 'pure lyriek', en daarom is het hele creatieve erfgoed van de dichter een soort zelfdocument waarin emoties, gevoelens en wereldbeelden worden weerspiegeld.
Achmatova daarentegen wordt een zanger van het echte, geobjectiveerde leven. Ze begon haar pad op de acmeïstische school en streefde naar duidelijkheid van het poëtische woord, het uiterste detail van de realiteit. Elk van haar gedichten onthult de volheid en kracht van het leven, gecreëerd met behulp van geluid en kleur. Haar teksten zijn materieel, transparant, concreet, zelfs tastbaar.
Twee stemmen, zonder welke men zich Russische poëzie niet kan voorstellen, weerspiegelden in hun teksten het portret van het tijdperk en de dynamiek van het gevoel, op verschillende manieren, maar even mooi.