(412 woorden) Bakhtin definieerde het werk Crime and Punishment van Dostojevski als een ideologische roman. In het midden van de plot staat de theorie van de hoofdpersoon. Samen met het ontstaan ervan verscheen het idee van moord in het hoofd van Raskolnikov. Bij het werk waren er echter verschillende factoren die hebben bijgedragen aan de uitvoering van het plan van de held.
Allereerst is het nodig om de essentie van Raskolnikovs theorie te begrijpen. Volgens hem zijn alle mensen verdeeld in twee typen: gewoon en buitengewoon. De eersten leiden een gewone levensstijl en onderscheiden zich niet van de massa. Dit is het materiaal voor het tweede type. Buitengewone mensen hebben het recht om 'door het bloed' te gaan omwille van grote doelen die de wereld welvaart zullen brengen. Nadat hij zo'n theorie had bedacht, wilde Raskolnikov zelf weten tot welk type hij behoort ("Ben ik een bevend wezen of heb ik het recht?"). In dit geval is de enige manier om dit te controleren het plegen van een moord. Een buitengewoon persoon kan kalm over elke verachtelijke en lage daad heen stappen; het geweten zal hem nooit kwellen.
Lange tijd werd Raskolnikov gekweld door twijfels. Hij voelde zich onzeker, bang om zoiets vreselijks te doen. Hij werd echter vaak geduwd door sociale factoren. Rodion woonde in een kamer die eruitzag als een 'kist', 'een kleine cel'. Hij was allemaal 'verpletterd door armoede'. De held was benauwd en ongemakkelijk in zijn benauwde appartement met geel behangpapier, gedachten eisten ruimte op. Armoede omringde hem overal. Raskolnikov ontmoette in een taverne met Marmeladov en leerde de geschiedenis van zijn moeilijke lot kennen. Rodion zag hoe zijn hele arme gezin leeft. Hoe Sonya zichzelf moet verkopen om geld te krijgen voor het levensonderhoud, hoe Katerina Ivanovna, samen met haar kinderen, gedwongen wordt uit te gaan en om een aalmoes te bedelen. Hij was getuige van verschrikkelijke scènes van menselijke hopeloosheid die hem niet onverschillig konden laten.
Het sombere Petersburg leek Rodion tot een misdaad te dwingen. Het is geen toeval dat Svidrigailov zei dat dit een stad is van "half gekke" mensen. In juli heerst ondraaglijke benauwdheid, de hitte stikt. In het gebied waar de hoofdpersoon woont, kun je op elk moment van de dag foto's zien van dronkenschap, losbandigheid. Vanuit de tavernes en pubs worden niet alleen mannelijke maar ook vrouwelijke stemmen gehoord. In een van deze instellingen hoorde Raskolnikov een gesprek tussen een student en een officier, die een belangrijke rol speelde bij de ontwikkeling van de plot.
In de dialoog bewees de man zijn vriend dat het leven van een 'waardeloze, slechte' oude vrouw geen duizend grote ondernemingen waard is. De student verzekerde de officier dat haar geld naar goede doelen zou gaan. Raskolnikov hoorde wat hem vele dagen kwelde. Deze dialoog in de drinkruimte werd voor hem een 'oproep' tot actie - hij dacht dat zijn gedachten waar waren en dat hij de klus zeker zou kunnen afmaken.
De belangrijkste oorzaak van de misdaad is dus de wens van de held om zichzelf te testen met zijn eigen theorie. In de roman kunnen echter verschillende factoren worden onderscheiden die Raskolnikov tot een dergelijke beslissing hebben geleid. Dit is de armoede die hem omringde, en de hopeloosheid van de mensen die hij ontmoette, en de harde, sombere stad van de 'halfgekke'.